Edo van Tetterode maakte dit beeld naar aanleiding van de moord op de 17-jarige Michael Poyé in 1986. Op weg naar huis en terugkerend van een popconcert werd Poyé doodgestoken door een skinhead. Het is een robuust betonnen beeld, bestaande uit twee enorme handen met daarin verscholen een kwetsbare libelle, gemaakt van glas. Op de zwart granieten voet is aan vier zijden in verschillende talen het woord ‘verdraagzaamheid’ gegraveerd.
Vrienden van Michael Poyé namen initiatief voor dit beeld.
Edo van Tetterode (1929-1996) komt uit een familie van steenhouwers. In de steenhouwerij van zijn vader werd onder meer het nationaal herdenkingsmonument op de Amsterdamse Dam gemaakt. Van Tetterode kreeg landelijke bekendheid door een 1 aprilgrap in 1962. Hij maakte een houten beeld dat hij op het strand van Zandvoort achterliet. Hij meldde zich vervolgens op de radio als een Scandinavische deskundige die uitlegde dat het beeld was aangespoeld en afkomstig was van de Paaseilanden. Het bericht werd massaal opgepikt. Van Tetterode, die in zijn vrije tijd toneelspeler was, werkte samen met de radio-omroep die in het complot zat. Het beeld werd Loeres genoemd en staat nog altijd op de boulevard van Zandvoort.