Overslaan en naar de inhoud gaan
Kunstwerk

Rijkswapen met opschrift 'Koninklijke wachtkamer'

Bijzonderheden

Thema Overig Onderwerp
Rijkswapen met opschrift 'Koninklijke wachtkamer'
Kunstvorm
Mozaïekkunst
Materiaal/techniek
Mozaïek van tesserae en koperen letters
Locatie Afmetingen in cm
100 x 150
Locatie gebied
Stationshal

In Nederland werd een aantal treinstations voorzien van een koninklijke wachtkamer, of beter: koninklijke paviljoen. Ze worden gebruikt voor ontvangst van de koninklijke familie, hun gevolg en hun gasten. Bovendien fungeren ze als rustplaats: een plek waar het gezelschap zich even kan terugtrekken. In totaal zijn er zes koninklijke paviljoens gerealiseerd. De paviljoens van Amsterdam Centraal, Baarn en Den Haag HS zijn nog intact. Voorheen waren er ook koninklijke paviljoens in de stationsgebouwen van Apeldoorn en Vlissingen. Op de plaats waar nu station Den Haag Centraal staat, lag tussen 1870 tot 1973 een station van de Nederlandsche Rhijnspoorweg-maatschappij (NRS), voorzien van een koninklijk paviljoen. Het historische interieur van de koninklijke salon van de Staatsspoorwegen is na de sloop van het stationsgebouw in 1973, is het overgebracht naar het Spoorwegmuseum in Utrecht. 

Station Baarn ligt aan de spoorlijn Amsterdam – Amersfoort. Deze lijn werd in de negentiende eeuw aangelegd en geëxploiteerd door de Hollandsche IJzeren Spoorweg Maatschappij (HIJSM). Het uit 1874 stammende station beschikt over een koninklijk paviljoen dat destijds werd ingericht voor prins Hendrik van Oranje-Nassau (1820-1879). Hendrik werd geboren op paleis Soestdijk, niet ver van het station. Rond 1870 schonk hij land aan de HIJSM ten behoeve van de aanleg van de spoorlijn. Zijn wens om een aftakking naar Paleis Soestdijk te realiseren werd gedwarsboomd door zijn broer Koning Willem III, die net als zijn broer in de spoorlijn investeerde. Koning Willem III had zelf immers ook geen station bij zijn paleis, Het Loo in Apeldoorn. Hendrik kreeg daarom geen toestemming. In plaats daarvan werd het station Baarn voorzien van een koninklijke wachtruimte. 

Het station en de wachtkamer werden in samenhang ontworpen door Dolf van Gendt. Het interieur is in de jaren zestig ingrijpend veranderd. De vertrekken (een grote salon, een zijsalon en een retirade) zijn vrij sober ingericht. 

De koninklijke wachtkamer is vanuit de stationshal bereikbaar. Boven de toegangsdeur in de stationshal is een mozaïek aangebracht van het Rijkswapen . Het is samengesteld uit tesserae: kleine vierkante glazen plaatjes van verschillende kleuren. Het wapen is in de officiële kleuren uitgevoerd op een donkerbruine achtergrond. De maker van het mozaïek is onbekend. 

In de grote salon hangen aan weerszijden van de haard met schouwspiegel twee koninklijke portretten.  

 

Bron

T. Honing (samenst.) en R. Nolet (red.), Koninklijke wachtkamers. Een reis door de tijd. Royal waiting rooms. A journey through time, 2013, pp.40-45.

Even geduld aub, u wordt doorgestuurd naar de beeldenbank