Onder alle kunstwerken in de openbare ruimte van de afgelopen decennia zijn wilde dieren misschien wel het meest vertegenwoordigd; olifanten, nijlpaarden, giraffen, wolven en veel hazen en fantasiebeesten. Ook in de
vinden we ze in overvloed - van de vogel Akka van Kebnakaise in Twello tot de hond Mannes in Assen. Bijna in alle gevallen gaat het om hele aaibare dieren die ons in die soms overweldigende dan weer anonieme publieke ruimte op ons gemak lijken te willen stellen alsof ze zo uit een sprookje zijn gestapt.
De Spacecowboys uit Deventer hebben hier de afgelopen twee decennia hun handelsmerk van weten te maken. Op ruim tien plekken in Nederland realiseerden ze de meest fantastische vertellingen met spraakmakende titels: De Waterwolf en de Aquanaut, Visman, Blaue Hond, Notenkrakerrrr, Tree Dog House, Un jour Fabuleux/ooooh Deer. Wat opvalt is dat bij veel van deze monumentale ‘dierpartijen’ van de Spacecowboys, de protagonisten zitten of hangen op een sokkel in de vorm van een tafel of een langgerekte bank waarop je kan gaan zitten.
Bij het kunstwerk ‘Mama ik zie een leeuw’ zitten een bronzen leeuw en een hert gemoedelijk een beetje lui hangend op twee haaks op elkaar geplaatste banken naar de haastige reizigers verderop te kijken, die in deze shared space al hun aandacht nodig hebben om de spoorwegovergang over te steken.
De aanleiding voor het kunstwerk was de herinrichting van het stationsgebied in Duiven, dat het entreegebied van het station ingrijpend veranderde. Het nieuwe ontwerp voorziet in een overzichtelijk plein dat zich aan beide zijden van het spoor uitstrekt, en zo de noord- en de zuidkant van Duiven met elkaar verbindt. De invulling van het plein gebeurde volgens het ‘shared space‘ principe: verkeerssituaties reguleren op basis van de eigen verantwoordelijkheid van mensen, in plaats van regels en verkeersborden; waarbij de openbare ruimte het hart van de samenleving vormt; een gebied om in te verblijven, anderen te ontmoeten, activiteiten te ondernemen of juist te ontspannen.
En dat is precies waarin dit kunstwerk op deze drukke plek van komen en gaan toevoegt: een uitnodiging om te onthaasten, om te zijn in plaats van heen en weer te rennen; je net als deze dieren neer te vlijen en de bewegingen te aanschouwen. Dit typisch Nederlandse concept van Shared Space hebben Dedden&Keizer in opdracht van Gemeente Duiven vertaald naar een uitnodigend tafereel, waar niets is wat het lijkt. Want de licht opgetilde staart van de enorme leeuw verraadt zijn eeuwige alertheid, zelfs wanneer hij slaapt, terwijl de houding van het ranke hertje naïeve onschuld uitstraalt. Er kan altijd nóg een trein aankomen… je zit hier nu wel rustig maar je kunt ieder moment worden opgeschrikt. Het zijn deze in beeld gevangen tegenstellingen die de publieke ruimte en de shared space in het bijzonder typeren, balancerend tussen aandacht en alertheid, kwetsbaarheid en kracht, gezelligheid en urgentie, stilstand en dreiging. Het jonge kind dat op ooghoogte van de enorme snuit van de gemoedelijk ogende leeuw staat, zal hopelijk vooral de ontspannende werking van deze laagdrempelige magische dieren ervaren, met het geluid van de trein op de achtergrond.