Als het Jaarbericht van Bureau Spoorbouwmeester iets laat zien, dan is het wel de enorme veelkleurigheid van het spoor en daarmee van ons werk. Zo waren we afgelopen jaar betrokken bij een zestigtal (stations)projecten: van kansrijke voorstadstations als Amsterdam Sloterdijk en Arnhem Presikhaaf tot de stationsomgeving van het Friese Feanwalden, het monumentale station van Zutphen en de Rotterdamse Hofbogen. Eenzelfde diversiteit keert terug in de programma’s waar ons bureau aan werkt: van duurzaamheid en energiebesparing tot schilderwerk, toegankelijkheid, ontwerpgestuurd beheer en de nieuwe outillage.
Het Jaarbericht 2018 geeft als vanouds een overzicht van alle projecten en programma’s die afgelopen jaar op de BSbm agenda stonden. Daarnaast geeft het inzicht in de doorontwikkeling van visies en beleid. Het Spoorbeeld dus. Maar het Jaarbericht zou het Jaarbericht niet zijn wanneer het bleef bij een terugblik. Terugblikken en vooruitkijken: dat doen we graag tegelijk. Zo belicht Spoorbouwmeester Eric Luiten in zijn voorwoord een interessante ontwikkeling: de groeiende aandacht voor de relatie tussen station, spoor en omgeving. En dan gaat het allang niet meer alleen om de directe omgeving. “Spoor en station als onderdeel van een veel bredere gebiedsontwikkeling: daar ligt de focus en daar liggen de kansen”, stelt Luiten.
Veelkleurigheid keert ook terug in het Jaarbericht essay. Afgelopen jaar stond daarin ‘de kaart’ centraal: hét perfecte hulpmiddel om grip te krijgen op de grote opgaven waar het spoor voor staat. Dit jaar bouwen we hierop voort met een nieuw essay. Het viert de toenemende veelkleurigheid van onze stations en de waarde die dit kan hebben voor brede gebiedsontwikkeling. Dat illustreren we met – hoe kan het ook anders – een serie kaarten die laten zien hoe het spoor bij kan dragen aan de ruimtelijke differentiatie van Nederland.
