Op de gevel van het koninklijk paviljoen, onder het reliëf van Vrede, zijn twee vierkante reliëfs met attributen aangebracht. Het linker reliëf toont een fasces met een ramskop. Een fasces is een bundel roeden met een bijl: het symbool van gezag en het principe ‘door samenbundeling sterker’. Andere attributen zijn de koninklijke regalia: een kroon, een scepter met een sculptuur van een hand en de Rijksappel. Verder zijn een spiegel, twee vlaggen, palmtakken en linten afgebeeld. Dit reliëf representeert de Koninklijke macht.
Op de rechtertoren is een reliëf aangebracht met een haan, een wetboek, een weegschaal, een zwaard, een spiegel, eikenbladeren en linten. Dit reliëf representeert de Rechterlijke macht.
De van oorsprong Belgische beeldhouwer Pierre Elysée (Emil) Van den Bossche (1849-1921) was opgeleid aan de École des Beaux Arts in Brussel. Van den Bossche kwam naar Nederland als assistent van de eveneens Belgische beeldhouwer Eduard Colinet die doceerde aan de kunstnijverheidsschool Quellinus in Amsterdam. Van den Bossche maakte veel beeldhouwwerk voor kerken, waaronder de Amsterdamse Mozes en Aäronkerk. Hij werkte vaker voor de spoorwegen, onder meer in Vlissingen en ‘s-Hertogenbosch. In 1893 richtte hij samen met Willem Crevels het Atelier Van den Bossche en Crevels op. Dit atelier vervaardigde onder andere het beeldhouwwerk op de Gouden Koets.