De gevel en het interieur van het koninklijk paviljoen zijn rijk gedecoreerd met heraldiek, allegorische voorstellingen en spoorgerelateerde decoraties. Een aantal voorstellingen staat in het teken van de aanstaande troonopvolging van Wilhelmina die tijdens de opening 13 jaar was. De deugden en waarden van een goede vorst worden verbeeld door (mythologische) personificaties en putti.
In de zijkamers van de salon bevinden zich in totaal vier marmeren schouwen met stucwerk van het Amsterdamse beeldhouwatelier Van den Bossche en Crevels. Boven de schouwen is een gekroonde letter W afgebeeld, verwijzend naar de nog jonge troonopvolgster Wilhelmina. Deze letter wordt gepresenteerd door groteske figuren. Daarboven zien we vergulde putti.
De schouwen bevatten geschilderde schoorsteenstukken die zijn vervaardigd door het Amsterdamse decoratieatelier van Michel Antoine Hendrickx (1847-1906). Ze representeren Kracht en Voorzichtigheid en Wijsheid en Naastenliefde. Boven elk van de schoorsteenstukken zijn drie vierkante reliëfs aangebracht. Ze tonen attributen die staan voor kunst, rechtspraak en techniek. De tegels naast de haardplaat zijn beschilderd met neorenaissance motieven. Ze zijn gebakken door de N.V. Haagsche Plateelbakkerij Rozenburg.
In 1893 richtte Pierre Elysée (Emil) Van den Bossche (1849-1921) samen met Willem Crevels het Atelier Van den Bossche en Crevels op. Dit atelier vervaardigde onder andere het beeldhouwwerk op de Gouden Koets. De van oorsprong Belgische beeldhouwer Emil Van den Bossche maakte veel beeldhouwwerk voor kerken, waaronder de Amsterdamse Mozes en Aäronkerk. Hij werkte vaker voor de spoorwegen, onder meer in Vlissingen en ‘s-Hertogenbosch.