In 1960, drie en een half jaar na de oplevering van de Stationstunnel in ’s-Hertogenbosch, werd een groot beeld van Piet Esser onthuld. Het beeld staat aan de centrumzijde van de tunnel op een hoge sokkel. Het verbeeldt een man die een stok in zijn hand houdt en een klein kind op zijn schouder draagt. Het is Christoffel, de patroonheilige van de reiziger.
Volgens de legende was zijn naam aanvankelijk Reprobus en droeg hij tegen betaling mensen over een brede rivier. Op een dag moest hij een kind de rivier overzetten. Onderweg werd het kind zwaarder en zwaarder totdat Reprobus het bijna begaf en het water tot aan zijn kin kwam. Nadat hij toch de overkant van de rivier had bereikt, kreeg de staf van Christoffel nieuwe loten: de staf van dood hout was weer tot leven gekomen. Het kind dat hij droeg, bleek het kindje Jezus te zijn. Door het over de rivier te dragen, werd Reprobus gedoopt en kreeg hij de naam Christoffel. Een andere naam die ook wel wordt genoemd is Christofoor: Grieks voor ‘hij die Christus draagt’. Na die gebeurtenis was Christoffel bekeerd en trok hij de wereld in om het evangelie uit te dragen. Het beeld is waarschijnlijk in opdracht van de stad gemaakt.
Het beeld werd (waarschijnlijk) in opdracht van de gemeente 's-Hertogenbosch gemaakt.
Piet Esser
Vincent Pieter Semeyn (Piet) Esser (1914-2004) studeerde van 1934 tot 1939 aan de Rijksakademie van Beeldende Kunsten in Amsterdam. Hij was leerling van professor Jan Bronner die hij in 1947 opvolgde. Esser was bekend van zijn gebeeldhouwde portretten. Hij werkte tot 1979 als hoogleraar aan de Rijksakademie in Amsterdam waar hij onder andere les gaf aan Jan Wolkers en Frans van der Burgt van wie op steenworp afstand van Christoffel, vier reliëfs en een beeldengroep te vinden zijn. Een bekend beeld van Esser is het uit 1974 stammende Icarus in het beeldenpark van het Gemeentemuseum in Den Haag. Andere werken van Esser zijn het Troelstra-monument in Den Haag (1953), het monument voor de watersnood in Zeeland in de beeldentuin van Museum Boijmans-Van Beuningen in Rotterdam (1957) en het monument voor Bredero in Amsterdam (1968).