Boven de hoofdentree van station Almelo hangt een plastiek van gegoten beton. Het bestrijkt de volle breedte van de ingangspartij. De zeven hoekige vormen lijken los van elkaar lijken te staan maar vormen toch een aaneengesloten geheel. De vormen zijn opengewerkt. Slechts hier en daar zijn de smalste delen dichtgezet.
Het verhaal gaat dat dit plastiek bestaat uit sterk gestileerde letters die samen de plaatsnaam Almelo vormen. En inderdaad doet de eerste vorm sterk aan de letter A denken. In totaal bestaat het plastiek echter uit zeven vormen waar Almelo slechts zes letters telt. Ook komt de letter L niet tweemaal voor in het plastiek.
Het plastiek is van de hand van architect J.H. Baas die in 1962 samen met Koen van der Gaast het stationsgebouw ontwierp. Baas maakte in 1957 ook twee sculpturen voor station Rotterdam Centraal. Ze kregen de bijnaam De speculaasjes.
J.H. Baas (1909-1990) was als bouwkundig tekenaar verbonden aan het architectenbureau van Sybold van Ravesteyn. Nadat Van Ravesteyn afscheid nam als spoorarchitect, ging Baas een samenwerking aan met Van der Gaast.