Station Steenwijk dateert uit 1972: een periode waarin het de Nederlandse spoorwegen financieel niet voor de wind ging. Om de kosten te spreiden, zocht architect Cees Douma samenwerking met andere partijen. Het resultaat was een stationscomplex dat tevens een postkantoor en postdistributiecentrum omvatte. In 1983 werd dit samenwerkingsconcept herhaald in Goes.
Niet alleen de huisvestingsbudgetten, maar ook de kunstbudgetten van het postbedrijf en de spoorwegen werden samengevoegd. Landschapsarchitect Geke Hollema werd verantwoordelijk voor de inrichting van het stationsplein. Cees Douma benaderde Gerard van Iersel om een kunstwerk te maken dat op het stationsplein moest komen te staan.
Van Iersel maakte een abstract geometrisch beeld van roestvast staal dat de samenwerking van post en trein symboliseert. Het langwerpige, kronkelende object kenmerkt zich door rechte lijnen en ronde hoeken. Als een geometrische slang strekt zich uit over ruim zeven meter. Oorspronkelijk lag het werk precies op de scheidingslijn van het gebouwdeel van de NS en dat van de PTT. Tijdens de ontwerpfase had Van Iersel moeite met het plan dat Hollema maakte voor de inrichting van het plein. Hij verzette zich met succes tegen de plaatsing van banken en bloembakken die de aandacht van het kunstwerk af zouden leiden.
Gerard van Iersel
Gerardus Clemens Maria Caspar (Gerard) van Iersel (1934) studeerde aan de afdeling Monumentale Vormgeving van de Jan van Eyck-Academie in Maastricht. Zijn eerste kunstwerk voor de spoorwegen maakte hij in 1964: voor de gevel van het station Geleen Oost ontwierp hij een baksteenmozaïek. In verschillende tinten baksteen waren een vis en twee vliegende vogels te onderscheiden. Het stationsgebouw is in 2006 afgebroken. Het werk van Van Iersel is daarbij verloren gegaan. Van Iersel werkt als beeldhouwer en schilder.